De donkerste weken, mistig en grauw,
Zijn een herinnering aan het Kindje in de kribbe en de kou.
Te midden van alles waarin de cadeautjes worden geteld,
Lagen ooit herders bij nacht in het veld.
"Daar hoorden ze de engelen zingen, hun liederen vloeiend en klaar."
Vergeten we niet de echte dingen door veel te veel luxe in deze tijd van het jaar?
We wensen u dagen, geborgen en goed,
Tevredenheid en goed te wezen,
Dat elk mensenkind dat u ontmoet,
Warmte in uw ogen mag lezen.
We wensen u rust toe, geborgenheid zacht,
Ontroering door knapenstemmen gebracht.
We wensen u allen, van goede wil,
Een Kerstnacht als vroeger, heilig en stil.
Dit gedicht is ingezonden door Yvette
Volgende kerstgedicht: Alleen met Kerst
Vorige kerstgedicht: Beste Daniël