Er was eens een vork,
Die leek op een westerse hork,
Maar dat kon niemand wat schelen,
Want hij had veel rituelen.
Iedereen at en at ervan,
Daarna dronken ze wat van de theekan,
En maakten ze het jaarplan,
En dat was een superplan.
Toen kwam Marjan met de melkkan,
Van de Kerstman.
Toen had de vork een top plan,
En maakte een milieubeleidsplan.
Dit gedicht is ingezonden door Jill
Volgende kerstgedicht: Lieve familie van Bergen
Vorige kerstgedicht: Ja, dit boek is cliché