Kerstgedichten lezen

Advent

Er staan vier kaarsjes op een rij te wachten op het feest.
Eén lichtje laat ons alvast zien hoe mooi het is geweest.

Nu mogen er twee kaarsjes aan, ons wachten wordt beloond.
Het wordt steeds lichter in de kerk, dit huis waarin God woont.

Vandaag branden drie kaarsjes, drie vlammetjes van licht,
Zij vertellen van het Kind dat komt, is dát geen mooi bericht?

Nu mag het vierde kaarsje aan. Vier lichtjes laten horen:
Nog een paar nachtjes slapen, dan wordt het Kind geboren.


Dit gedicht is ingezonden door Kerstman

Volgende kerstgedicht: In de Kerstnacht geboren
Vorige kerstgedicht: Lichtjes met kerst