Pijn, donker en weggekropen,
In een hoekje geslopen,
Alleen in de duistere nacht,
Niemand die dan op je wacht.
Verraden, alleen en stil,
Dat is niet wat ik wil,
Ik hoor niks, het is doodstil.
Behalve in mijn hoofd,
Is het nog niet gedoofd.
Het stapelt zich allemaal op,
En dan opeens bereikt het de top.
Dingen gaan mis en komen weer goed,
Maar eens houdt het op, de moed.
Denk je na over dingen,
Die eigenlijk niet eens meer doordringen.
Wakker worden, dingen doen,
Alles steeds maar overdoen,
Terwijl je weet dat het niet gaat,
Men je hulp aanraadt,
Maar niet weet wat en hoe,
En je wordt zo moe.
Hersens kraken, vuur nog niet gedoofd,
In je hart wordt de warmte geroofd,
En tegelijk word je van alles beloofd.
Je bent aanwezig, geoorloofd,
Een plek voor altijd bestaat niet,
Altijd weg, altijd een zeurpiet,
En in je hoofd weer datzelfde afscheidslied,
Ik laat een deel van mijn leven liggen,
Dat me steeds weer blijft dwarsliggen.
Het is moeilijk, hard en onbegrijpelijk,
En dan ook nog eens al die mensen met hun gezeik.
Waardering: 4.93 met 27 uitgebrachte stemmen
Dit gedicht is ingezonden door Kimberley
Volgende kerstgedicht: Ik ben een heel erg echt kerstkind
Vorige kerstgedicht: Zie dat nou, kerstman in de vla