In een oude kast woonde een tovenaar,
Die naar Zweinstein mocht, maar wist niet waar.
In zijn eerste jaar redde hij de steen der Wijzen,
Zal heer Voldemort over een jaar of drie herrijzen?
In zijn tweede jaar ontdekte hij de geheime kamer,
En zijn vrienden werden steeds behulpzamer.
In zijn derde jaar weerde hij 1000 dementors af,
En leerde zijn Peter kennen, die was ontsnapt van de doodstraf.
In zijn vierde jaar herrees heer Voldemort,
En het bezoek was maar kort.
In zijn vijfde jaar verloor hij zijn peetvader,
De orde van de feniks is nu echt een aanrader.
In zijn zesde jaar ontmaskerde hij de halfbloed prins,
En verloor hij het schoolhoofd alleszins.
In zijn zevende jaar,
Is hij niet meer daar,
Maar hij versloeg hem,
Met een toverstok en zijn stem.
Dit gedicht is ingezonden door Amber
Volgende kerstgedicht: Kerst
Vorige kerstgedicht: Thijs vroeg om een badjas