Het was half december, sneeuw dwarrelde neer.
De kerstman bromde: "Mensen, mensen, wat een weer."
Hij zat lekker binnen, met zijn voeten bij de haard,
Een kamerjas aan en een sjaal om zijn baard.
De kleumende kerstman nam een akelig besluit:
"Ik ga echt dit jaar de deur niet meer uit!
Het is sneu voor de kinders, die zijn de sigaar,
Maar ik heb ook recht op genot dit jaar!"
Hij nam nog een borrel en een stuk marsepein,
En dacht bij zichzelf: "Ha! Wat zit ik hier fijn!
Ik kruip voor geen geld in die tochtige slee,
Er is met de kerst vast wat leuks op tv!"
Dagen gingen voorbij, de kerstman genoot,
Hij zat achter de pc, of met de gameboy op schoot.
Hij las en hij speelde, hij dronk en hij at.
Hij deed middagdutjes en zat uren in bad.
Maar.....................
De dag voor Kerst werd er gebonkt op zijn deur,
De kerstman mopperde: "Wat is dat nu voor gezeur?"
Hij rukte de deur open en....... wie zag hij daar?
Wie stond daar, met een lange baard en wit haar?
Ja hoor! Het was Sinterklaas, de grote concurent.
De Kestman snauwde: "Wat moet jij hier vent?
Ga lekkker naar Spanje, bakken in de zon,
Zwaaien naar meiden vanaf je balkon!"
"Waarde Kerstman," zo sprak de goede Sint,
"Wat jij hier doet, kwetst menig kind,
Je doet die stakkers veel verdriet,
En dat raakt mij en zwarte Piet."
De kerstman kreeg een rode kop,
En riep: "Ach ouwe, lazer op!"
Hij smeet de deur dicht met een knal,
(Sint kwam gelukkig niet ten val).
De kerstman plofte in zijn stoel,
Hij mopperde een heleboel:
"Wat een gelazer, wat een gezeur."
Maar..... toen werd er weer geklopt op de deur.
Niet te geloven, de paashaas stond daar,
Met ijs aan zijn oren en sneeuw in zijn haar.
Een mandje bevroren eitjes in zijn handen,
En hij sliste langs zijn lange tanden:
"Kerftman, Kerftman, wat doe u nu?
Miljoenen fchatjes wachten op u,
Fij kunnen geen kerft fieren fonder uw flee,
En fonder uw rendieren, toe ga toch mee!"
De kerstman was zeer aangedaan,
Toen hij de paashaas daar zag staan.
Hij zei: "Jongen, ik pak snel mijn jas en mijn bel,
Roep jij de rendieren, dan redden we het wel."
Gelukkig kwam alles toen toch nog goed,
En werd het een Kerstfeest vol overvloed.
Waardering: 5.4 met 80 uitgebrachte stemmen
Dit gedicht is ingezonden door Pieter
Volgende kerstgedicht: De kerstman komt met zijn slee
Vorige kerstgedicht: De Kerstman werd badend van het zweet wakker